Financieel en operationeel verslag 2018, Dividendvoorstel, Vooruitzichten 2019

Geconsolideerde kerncijfers
           
In miljoenen euro (tenzij anders vermeld) 2018 2017 Totaal mutatie in % Valuta Acquisitie(3) Autonoom(4)
Volume Total Feed (x 1.000 ton) 10.021 9.556 4,9%   2,8% 2,1%
Mengvoer 6.952 6.672 4,2%   4,1% 0,1%
 
Omzet 2.404,7 2.218,7 8,4% -0,3% 3,6% 5,1%
Brutowinst 443,4 419,8 5,6% -0,3% 2,3% 3,6%
Bedrijfslasten -372,9 -346,8 7,5% -0,3% 3,5% 4,3%
EBITDA 103,9 101,6 2,3% -0,2% 0,6% 1,9%
Onderliggende EBITDA(1) 100,1 101,4 -1,3% -0,3% 0,6% -1,6%
EBIT 75,9 74,0 2,6% -0,1% -3,2% 5,9%
Onderliggende EBIT(1) 71,5 75,8 -5,7% -0,3% -3,1% -2,3%
Winst toe te rekenen aan aandeelhouders van de Vennootschap 58,6 58,6 0,0% 0,0% -7,8% 7,8%
Onderliggende winst(1) 57,6 60,1 -4,2% 0,0% -7,6% 3,4%
 
Netto kasstroom uit operationele activiteiten 82,1 116,3 -29,4%      
 
Onderliggende EBITDA / Brutowinst 22,6% 24,2% -6,6%      
ROACE onderliggende EBITDA(2) 23,0% 24,3%        
ROACE onderliggende EBIT(2) 16,4% 18,2%        
 
Gewone winst per aandeel (x €1) 0,58 0,56        
Onderliggende winst per aandeel (x €1) 0,58 0,58        
 
(1) Onderliggende betekent exclusief incidentele posten (zie noot 27 van de jaarrekening inzake de Alternatieve Prestatie Maatstaven (APM's)).
(2) ROACE betekent onderliggende EBITDA (EBIT) gedeeld door het 12-maands gemiddeld geïnvesteerd vermogen (zie noot 27 van de jaarrekening).
(3) Betreft het netto effect van acquisities en desinvesteringen.
(4) Autonoom is de verandering exclusief acquisitie en desinvesteringen en valuta-effecten.
Algemeen: de percentages worden gepresenteerd op basis van de bedragen afgerond in miljoenen euro. Optellingen kunnen iets afwijken door afrondingen.

Verslag 2018

Kernpunten resultaten 2018a

  • Volume Total Feed: groei van 4,9% tot 10,0mTb, door acquisities (2,8%) en autonome groei (2,1%);

  • Waarvan volume mengvoer: groei van 4,2% tot 7,0mT, vooral door acquisities;

  • Brutowinst: groei van 5,6% tot €443,4 miljoen, waarvan 2,3% door acquisities (voornamelijk in tweede halfjaar) en 3,6% autonome groei (vooral in eerste halfjaar);

  • Onderliggende EBITDA: daling van 1,3% tot €100.1 miljoen (1,0% daling bij gelijkblijvende wisselkoersen) ondanks positieve bijdragen van acquisities;

  • Onderliggende winst per aandeel: gelijk aan vorig jaar;

  • Dividendvoorstel: €0,283 per gewoon aandeel en een speciaal dividend van €0,017 per aandeel. Totaal dividend derhalve €0,30 per gewoon aandeel, gelijk aan 2017;

  • Werkkapitaal: stijging van €7,1 miljoen, door acquisities (+€30,4 miljoen) en autonome verbetering (-€23,3 miljoen).

2019-2020

  • Totale kostenbesparing €10 miljoen (in 2021 t.o.v. 2018) over hele groep excl. Polen, door optimalisatie fabriekslocaties en andere efficiencyprojecten, inclusief reductie fte’s (125-150; ca. 5-6%) en waarin bestaande UK supply chain optimalisatieplannen zijn opgenomen;

  • Onderliggende EBITDA over het eerste halfjaar 2019 naar verwachting sterk lager dan eerste halfjaar 2018, door huidige inkoopposities in combinatie met focus op het handhaven van marktaandeel;  

  • Voorstel voor inkoopprogramma van eigen aandelen €30 miljoen (start na Q1/19 trading update, looptijd 18 maanden).

Change layout to 2 columns

Algemeen

De ontwikkeling van de resultaten in 2018 toonde een substantieel verschil tussen de eerste en de tweede helft van het jaar. In het eerste halfjaar was er sprake van voldoende brutowinstgroei om het effect van de hogere energiekosten en logistieke kosten van de fabriek naar klantc (hierna ’outbound-kosten’) te compenseren. In het algemeen worden outbound-kosten aan klanten doorberekend. Tevens was er sprake van een bate van de verkoop van de akkerbouwactiviteiten in Nederland.

De resultaten in het tweede halfjaar werden beïnvloed door acquisities en kosteneffecten van de uitzonderlijke warme en droge zomermaanden. Er werden in 2018 vier acquisities gedaan: Tasomix in Polen, Maatman en van Gorp Biologische Voeders in Nederland en Voeders Algoet in België. Er was daardoor sprake van hogere acquisitie- en integratiekosten dan in 2017, toen slechts een kleine overname werd gedaan in het Verenigd Koninkrijk. De effecten van de uitzonderlijke weersomstandigheden waren tweeledig.

 

De waterstanden in de rivieren daalden, waardoor de aanvoerkosten vooral in Nederland en Duitsland toenamen. Bovendien stegen de grondstofprijzen scherp. ForFarmers kon deze hogere kosten vooral in Nederland en Polen niet voldoende doorberekenen aan klanten. Deze ontwikkelingen hadden een grote impact op de onderliggende EBITDA, die lager was dan in 2017.

De onderstaande analyse (jaar-op-jaar, hierna: j-o-j) behandelt de geconsolideerde jaarresultaten van 2018, gevolgd door meer gedetailleerde analyses per cluster. Na de acquisitie van 60% van de aandelen van Tasomix in Polen omvat het cluster Duitsland/België per 1 juli 2018 ook Polen. De analyse van de autonome ontwikkeling van het cluster Duitsland/België/Polen heeft betrekking op de resultaten in Duitsland en België. De bijdrage van Tasomix is begrepen in het acquisitie-effect.
De tabel hieronder geeft een overzicht van de mutaties op jaarbasis (in absolute bedragen en in percentages) in het eerste en tweede halfjaar en voor geheel 2018. Waar relevant worden de belangrijkste ontwikkelingen in het tweede halfjaar van 2018 nader toegelicht.

Change layout to 1 column

Mutaties kernparameters 2018 versus 2017(1)
    Totaal Valuta Acquisitie Autonoom(2)
    Delta % Delta % Delta % Delta %
Total Feed HY1 100,7 2,1%     3,1 0,1% 97,6 2,0%
(x1.000 ton) HY2 363,9 7,5%     266,4 5,4% 97,5 2,1%
  FY 464,6 4,9%     269,5 2,8% 195,1 2,1%
 
Mengvoer HY1 22,5 0,7%     6,7 0,1% 15,8 0,6%
(x1.000 ton) HY2 258,2 7,7%     265,3 7,9% -7,1 -0,2%
  FY 280,7 4,2%     272,0 4,1% 8,7 0,1%
 
Brutowinst HY1 10,4 5,0% -1,3 -0,6% -1,2 -0,6% 12,9 6,2%
  HY2 13,2 6,2% 0,2 0,1% 10,9 5,1% 2,1 1,0%
  FY 23,6 5,6% -1,1 -0,3% 9,7 2,3% 15,0 3,6%
 
Bedrijfslasten HY1 -8,5 5,0% 1,2 -0,7% -0,2 0,1% -9,5 5,6%
  HY2 -17,6 9,8% -0,1 0,1% -12,0 6,8% -5,5 2,9%
  FY -26,1 7,5% 1,1 -0,3% -12,2 3,5% -15,0 4,3%
 
Onderliggende EBITDA HY1 0,6 1,2% -0,2 -0,5% -1,4 -2,7% 2,2 4,4%
  HY2 -1,9 -3,8% -0,1 0,1% 2,0 3,9% -3,8 -7,8%
  FY -1,3 -1,3% -0,3 -0,3% 0,6 0,6% -1,6 -1,6%
 
(1) In miljoenen euro (tenzij anders vermeld)
(2) Autonoom is de verandering exclusief acquisitie en desinvesteringen en valuta-effecten.

Change layout to 2 columns

Het totale volume Total Feedd steeg in 2018 met 4,9% tot 10,0 miljoen ton. Het netto-effect van overnames en desinvesteringen (in Polen, België en Nederland) bedroeg 2,8%, en van autonome groei 2,1%. In Nederland en Duitsland/België bedroeg de autonome volumegroei van Total Feed respectievelijk 2,7% en 3,9%, terwijl dit volume in het Verenigd Koninkrijk (het ‘VK’) heel licht daalde (-0,4%).

Bij mengvoer kwam de volumegroei uit op 4,2%. Het netto-effect van overnames en desinvesteringen was 4,1%. De autonome volumegroei in mengvoer bedroeg 0,1%. De volumedaling in Nederland werd meer dan goedgemaakt door de groei in de andere landen.

De totale omzet nam met 8,4% (€186,0 miljoen) toe tot €2.404,7 miljoen, waarvan 3,6% als gevolg van overnames en desinvesteringen. De autonome omzetgroei was 5,1%, gedreven door volumegroei en hogere grondstofprijzen. Veranderingen in grondstofprijzen worden in het algemeen doorberekend aan klanten. De piek in de grondstofprijzen in de tweede helft van 2018 kon echter niet volledig worden doorberekend aan klanten. De omzet werd slechts minimaal (-0,3%) beïnvloed door een negatief translatie-effect als gevolg van het zwakkere Britse pond.

De brutowinst nam met 5,6% toe tot €443,4 miljoen. Er was een zeer gering negatief translatie-effect van 0,3%. De nettobijdrage van overnames en desinvesteringen was 2,3% en de autonome groei bedroeg 3,6%. Alle clusters rapporteerden autonome groei van de brutowinst, alhoewel het groeipercentage van het cluster Nederland lager was dan dat van de andere clusters. Dit kwam door de extra aanvoerkosten die niet konden worden doorberekend aan klanten. In Nederland en Polen kon de stijging van de grondstofprijzen niet volledig worden doorberekend aan klanten. De totale brutowinst werd positief beïnvloed door de volumegroei, inclusief meer specialiteiten in de productmix, en de bijdrage van de strategische partnerschappen. Er werd vooral in het VK na de droge zomer en het daaropvolgende tekort aan ruwvoer meer mengvoer verkocht, met hogere marges. Verder steeg de brutowinst in alle clusters omdat de hogere energie- en outbound-kosten deels aan klanten werden doorberekend.

 

De totale bedrijfslasten stegen met 7,5% (€26.1 miljoen). Door het valutatranslatie-effect van het Britse pond daalden de bedrijfslasten met 0,3%. Het netto-effect van overnames en desinvesteringen was een toename in de lasten van €12,2 miljoen (3,5%) waarvan €2,3 miljoen betrekking heeft op eenmalige acquisitie-gerelateerde kosten. De autonome bedrijfslasten stegen met €15,0 miljoen (4,3%) inclusief de hogere energie- en outbound-kosten in alle clusters. De totale bedrijfslasten werden positief beïnvloed door een (netto) vrijval van €1,1 miljoen uit de voorziening voor dubieuze debiteuren (2017: netto vrijval van €1,8 miljoen).

Afschrijvingen en amortisaties stegen marginaal tot €28,0 miljoen (2017: €27,6 miljoen). Dit was het resultaat van enerzijds hogere investeringen, in lijn met de begin 2017 aangekondigde intenties, en anderzijds een incidentele terugname van een bijzondere waardevermindering van €0,6 miljoen als gevolg van de heropening van een fabriek in Nederland. In 2017 was onder afschrijvingen een incidentele afschrijving van €1,9 miljoen voor een fabriek in het VK opgenomen.  
De afschrijvingen in 2018 bedroegen €21,6 miljoen (2017: €19,4 miljoen). De totale amortisatie was €6,9 miljoen (2017: €6,3 miljoen), inclusief de impact van de vier acquisities die werden gedaan in het derde en vierde kwartaal van 2018, en lagere software amortisatie. Het acquisitie-effect op zowel de stijging van de afschrijvingen als van de amortisaties bedroeg €1,5 miljoen. 

Alternatieve Prestatie Maatstaven (APM's)

ForFarmers hanteert Alternatieven Prestatie Maatstaven (APM’s) om een beter beeld geven van de bedrijfsontwikkeling en financiële prestaties van de Groep, waarbij materiële posten worden geëlimineerd, die als eenmalig worden beschouwd en die niet direct gerelateerd zijn aan de operationele prestaties van ForFarmers. De onderliggende kengetallen worden gerapporteerd op het niveau van EBITDA, EBIT en winst voor aandeelhouders.

Vier verschillende eliminaties zijn gedefinieerd:
i) Bijzondere waardeverminderingen op materiële en immateriële vaste activa;
ii) Bedrijfscombinaties en Verkoop van activa en belangen, inclusief het disconteringseffect/reële waardewijzigingen op earn-out regelingen en opties, dividend met betrekking tot minderheidsbelangen bij geanticipeerde acquisities, en desinvestering gerelateerde kosten;

 

iii) Herstructurering; en
iv) Overig, bestaand uit andere eenmalige niet-operationele effecten. Zie noot 27 van de jaarrekening.

Change layout to 1 column

       
In miljoenen euro 2018 2017 ∆%
 
EBITDA 103,9 101,6 2,3 2,3%
 
Boekresultaten verkochte bedrijfsonderdelen / activa(1) -4,9 -0,4 - 4,6  
Herstructureringskosten(2) 0,1 0,2 -0,0  
Overige kosten(2) 0,9   0,9  
Onderliggende EBITDA(3) 100,1 101,4 - 1,3 -1,3%
Effect valutakoersveranderingen 0,3   0,3  
Onderliggende EBITDA tegen gelijkblijvende koersen(3) 100,4 101,4 - 1,0 -1,0%
 
Bedrijfsresultaat (EBIT) 75,9 74,0 1,9 2,6%
 
(1) 2018: Verkoop akkerbouwactiviteiten aan CZAV (NL) en nabetaling op verkoop deelneming (VK)
(2) Verwezen wordt naar noot 27 van de toelichting op de jaarrekening.
(3) Onderliggende betekent exclusief incidentele posten (zie noot 27 van de jaarrekening inzake de Alternatieve Prestatie Maatstaven (APM's)).
Algemene opmerking: de percentages worden gepresenteerd op basis van de bedragen afgerond in miljoenen euro. Optellingen kunnen iets afwijken door afrondingen.

Change layout to 2 columns

De EBITDA steeg in 2018 met 2,3% tot €103,9 miljoen, inclusief een klein valutatranslatie-effect (0,2%) van het zwakkere Britse pond. De nettobijdrage van overnames en desinvesteringen was 0,6%. De autonome groei was derhalve 1,9%. De EBITDA in 2018 was inclusief een totaalbedrag van €3,9 miljoen aan incidentele posten. Het ging hierbij om de volgende posten: 1) baten op de verkoop van de akkerbouwactiviteiten in Nederland (€4,5 miljoen) en een kleine desinvestering in het VK (€0,4 miljoen) in de eerste helft van 2018, 2) herstructureringskosten (€0,1 miljoen) met betrekking tot de verkooporganisatie in het VK, en 3) een verplichte toevoeging (€0,9 miljoen) aan de pensioenvoorziening in het VK na een algemene uitspraak van het Britse hof over egalisatie van gender-rechten.
In 2017 kwam het totaal van de incidentele posten uit op een netto-bate van €0,2 miljoen; de combinatie van een bate op de verkoop van activa en herstructureringskosten.

De onderliggende EBITDA tegen gelijkblijvende koersen daalde met 1,0% tot €100,4 miljoen. Het valuta translatie-effect was €0,3 miljoen, en de onderliggende EBITDA bedroeg dus €100,1 miljoen. De nettobijdrage van overnames en desinvesteringen was 0,6%. De autonome daling van 1,6% is het netto resultaat van de (j-o-j) lagere onderliggende EBITDA in Nederland, die niet kon worden gecompenseerd door de hogere resultaten in Duitsland/België en het VK. In het eerste halfjaar 2018 nam de onderliggende EBITDA autonoom toe met 4,4% terwijl deze met 7,8% daalde in het tweede halfjaar. Deze daling was vooral toe te schrijven aan lagere volumes in de melkveesector in Nederland (nieuwe fosfaatwetgeving), de hogere aanvoerkosten, de piek in de grondstofprijzen met name in Nederland en Polen, en de hogere outbound-kosten.

De onderliggende EBITDA /brutowinst ratio daalde in 2018 tot 22,6%, tegen 24,2% in 2017.

De netto-financieringslasten kwamen hoger uit. Dat was vooral het gevolg van een toename van €2,2 miljoen door de boekhoudkundige verwerking van de optie op de resterende 40% van de aandelen van Tasomix en de bij de acquisities overeengekomen earn-out regelingen. Deze lasten worden gezien als ‘terugkerende incidentele posten’ als gevolg van de toegepaste accounting richtlijnen, en worden daarom niet meegenomen in de onderliggende nettowinst op basis waarvan de dividenduitkering wordt berekend. De financieringslasten stegen door de financiering van de acquisities en andere investeringen. De rente-inkomsten van klanten daalden omdat meer klanten op tijd betaalden (uitgezonderd de klanten van de overgenomen ondernemingen). 

De bijdrage van de Duitse joint venture HaBeMa (die wordt gerapporteerd als aandeel in het resultaat deelnemingen verwerkt volgens de ‘equity’-methode (na belastingen)), daalde met 25,2% tot €2,9 miljoen als gevolg van verminderde overslag volumes.

De effectieve belastingdruk in 2018 was 21,3% (2017: 22,7%). De daling kwam vooral door aanpassing van het vennootschapsbelastingtarief in Nederland vastgesteld voor de jaren tot en met 2021 (algehele effect op de groep 1,7%). Verder werd een uitgestelde belastingvordering gewaardeerd met betrekking tot de netto operationele verliezen in Duitsland, resulterend in een positieve impact van 1,1% op groepsniveau. Daarnaast zijn er aanpassingen geweest met betrekking tot voorgaande jaren.  

De winst toe te rekenen aan de aandeelhouders van de Vennootschap was €58,6 miljoen, gelijk aan de winst in 2017 (€58,6 miljoen). De nettowinst in 2018 is inclusief een totaalbedrag van €1,0 miljoen aan incidentele posten, waaronder de eerdergenoemde posten op het niveau van de EBITDA en incidentele afschrijvings- en renteposten.
De onderliggende winst toe te rekenen aan de aandeelhouders van de Vennootschap daalde (j-o-j) derhalve tot €57,6 miljoen. Dit komt neer op een daling van €2,5 miljoen (4,2%) ten opzichte van de vergelijkbare onderliggende winst in 2017 (€60,1 miljoen).  

De gewone winst per aandeel steeg in 2018 met 3,6% tot €0,58 (2017: €0,56) ondanks de lagere nettowinst (inclusief de hierboven genoemde incidentele posten) omdat het gemiddelde aantal uitstaande gewone aandelen lager was in 2018 dan in 2017. Dit als gevolg van het inkoopprogramma van eigen aandelen in 2017 en 2018, waaronder 6.363.782 eigen aandelen werden ingekocht. De onderliggende winst per aandeel in 2018 bedroeg €0.58, gelijk aan het vergelijkbare resultaat in 2017 (€0,58). Zonder het effect van het inkoopprogramma van eigen aandelen zou de onderliggende winst per aandeel gedaald zijn naar €0,56.

Op 31 december 2018 bedroeg het aantal medewerkers uitgedrukt in fte’s 2.654; 14,2% meer dan op 31 december 2017 (2.325). De netto toename als gevolg van acquisities/desinvesteringen bedroeg 250 fte’s. Daarnaast was er sprake van een autonome stijging van het aantal medewerkers met 79 fte’s door een toename van het aantal chauffeurs in het VK en Nederland, de heropening van de non-GGOe fabriek in Nederland en de versterking van de verkooporganisatie in Duitsland.

Kort geconsolideerd kasstroomoverzicht

In duizenden euro 2018 2017
 
Netto kasstroom uit operationele activiteiten 82.095 116.335
Netto kasstroom gebruikt bij investeringsactiviteiten -113.997 -33.066
Netto kasstroom gebruikt bij financieringsactiviteiten -41.561 -80.176
 
Netto-toename/afname van geldmiddelen en kasequivalenten -73.463 3.093
Geldmiddelen en kasequivalenten op 1 januari(1) 111.607 107.319
Effect van valutakoers- en omrekeningsverschillen op geldmiddelen 305 1.195
Geldmiddelen en kasequivalenten op 31 december(1) 38.449 111.607
 
(1) Na aftrek van korte-termijn bankschulden

 

Korte geconsolideerde balans

In miljoenen euro 31 december 2018 31 december 2017
 
Totaal Activa 873,7 787,3
Eigen vermogen 440,8 409,9
 
Solvabiliteitsratio(1) 50,4% 52,1%
Netto werkkapitaal 76,3 69,2
- Vlottende activa(2) 350,6 285,0
- Kortlopende verplichtingen(3) 277,2 215,8
Achterstallige vorderingen 18,7% 14,9%
Netto schuld / (Cash) 17,1 -67,1
 
(1) Solvabiliteit betreft het eigen vermogen gedeeld door balanstotaal.
(2) Vlottende activa exclusief geldmiddelen en kasequivalenten en activa aangehouden voor verkoop.
(3) Kortlopende verplichtingen exclusief bankschulden.

Kapitaalstructuur

Het eigen vermogen bedroeg op 31 december 2018 €440,8 miljoen, een stijging van €30,8 miljoen ten opzichte van 31 december 2017. De winst over 2018 van €58,6 miljoen werd toegevoegd aan het eigen vermogen. Het uitgekeerde dividend (€30,5 miljoen) en een nettobedrag van €5,8 miljoen voor het inkoopprogramma eigen aandelen (zoals op 2 mei 2017 aangekondigd en beëindigd op 23 februari 2018) werden aan het eigen vermogen onttrokken. Het positieve effect van niet-gerealiseerde resultaten bedroeg €8,0 miljoen na belasting. Dit bestond vooral uit twee elementen: een vermindering van de pensioenverplichting als gevolg van de positieve verandering met betrekking tot de verwachtingen over rentetarieven in het VK (€9,9 miljoen), deels gecompenseerd door het negatieve valuta-effect (€1,9 miljoen) met betrekking tot de investering in het VK en de financiering van de acquisitie in Polen.

De ratio van de onderliggende EBITDA gedeeld door het 12-maands gemiddeld geïnvesteerd vermogen ('ROACE') bedroeg 23,0% (2017: 24,3%). De oorzaak van de daling was met name de toename van het geïnvesteerd vermogen als gevolg van de waardering van de vier acquisities. Dezelfde ratio op basis van het onderliggend bedrijfsresultaat (EBIT) was 16,4% (2017: 18,2%).

Het netto-saldo van beschikbare liquide middelen minus bankschulden en andere leningen (kortlopend en langlopend) leidde per ultimo 2018 tot een netto-schuldpositie van €17,1 miljoen tegen een netto-cash positie van €67,1 miljoen eind 2017. Deze verandering was vooral het gevolg van de acquisities in 2018 voor een totaalbedrag van €81,0 miljoen, en het inkoopprogramma van eigen aandelen, dividenduitkering en investeringen (in totaal €80,1 miljoen), dat gedeeltelijk kon worden gecompenseerd door de gegenereerde kasstroom uit operationele activiteiten (€82,1 miljoen na belastingen).

Het werkkapitaal steeg met €7,1 miljoen tot €76,3 miljoen aan het einde van 2018 (einde 2017: €69,2 miljoen). Dit was vooral het gevolg van de acquisities, waardoor het werkkapitaal met €30,4 miljoen toenam. Autonoom verbeterde het werkkapitaal met €23,3 miljoen door verdere verbeteringen in het inkoopproces en het debiteurenbeheer. Het percentage vorderingen met betalingsachterstand was met 18,7% per ultimo 2018 hoger dan de 14,9% per ultimo 2017 door de impact van de overgenomen ondernemingen. De betalingsprincipes en het debiteuren management van ForFarmers zullen bij deze overgenomen entiteiten worden ingevoerd als onderdeel van het integratieprogramma zodra de softwareapplicaties van ForFarmers beschikbaar zijn.

Begin 2017 maakte ForFarmers bekend de investeringen te zullen verhogen tot circa €40-45 miljoen in zowel 2017 als 2018, ten opzichte van een historisch investeringsniveau van circa €25 miljoenf per jaar, in lijn met afschrijvingen. In 2018 bedroegen de investeringen in materiële en immateriële vaste activa €45,9 miljoen, wat 15,9% meer was dan in 2017 (€39,6 miljoen). De investeringen omvatten onder meer de aanpassingen in de fabriek in Nederland om deze te faciliteren voor volledige non-GGO voederproductie en de bouw van een duurzame biomassa-installatie in Nederland. Deze installatie zal volgens planning in 2019 worden geopend en zal het energieverbruik van de nabijgelegen fabriek verminderen. Er is ook geïnvesteerd in bulkwagens, onder meer in het VK, en in de afronding van de nieuwe productielocatie in Exeter (VK).

Change layout to 1 column

Resultaten en ontwikkelingen per cluster

2018
In duizenden euro Nederland Duitsland / België / Polen Verenigd Koninkrijk Groep / eliminaties Geconsolideerd
 
Total Feed volume (in tonnen) 4.549.412 2.568.790 2.902.796 - 10.020.998
 
Omzet 1.152.819 665.256 662.231 -75.643 2.404.663
 
Brutowinst 223.084 92.163 127.478 683 443.408
Overige bedrijfsopbrengsten 4.905 59 443 1 5.408
Bedrijfslasten incl afschrijving & amortisatie -158.797 -78.388 -120.292 -15.407 -372.884
Onderliggende lasten incl afschrijving & amortisatie(1) -159.366 -78.388 -119.239 -15.407 -372.400
EBITDA 76.042 20.043 19.843 -12.008 103.920
Onderliggende EBITDA(1) 71.531 20.043 20.486 -12.008 100.052
 
Afschrijving en amortisatie(2) 7.417 6.209 12.214 2.715 28.555
EBIT 69.192 13.834 7.629 -14.723 75.932
Onderliggend EBIT(1) 64.114 13.834 8.272 -14.723 71.497
 
Onderliggende EBITDA / Brutowinst(1) 32,1% 21,7% 16,1%   22,6%
ROACE onderliggende EBITDA(3) 50,9% 15,6% 12,6%   23,0%
ROACE onderliggend EBIT(4)         16,4%
 
(1) Onderliggende betekent exclusief incidentele posten (zie noot 27 van de jaarrekening inzake de Alternatieve Prestatie Maatstaven (APM's)).
(2) Exclusief (terugneming) bijzondere waardevermindering
(3) ROACE betekent onderliggende EBITDA gedeeld door het 12-maands gemiddeld geïnvesteerd vermogen; verwezen wordt naar noot 27 van de toelichting op de jaarrekening.
(4) ROACE betekent onderliggende EBIT gedeeld door het 12-maands gemiddeld geïnvesteerd vermogen

2017
In duizenden euro Nederland Duitsland / België Verenigd Koninkrijk Groep / eliminaties Geconsolideerd
 
Total Feed volume (in tonnen)(1) 4.421.548 2.228.171 2.906.659 - 9.556.378
 
Omzet(1) 1.112.369 551.285 622.398 -67.392 2.218.660
 
Brutowinst(1) 221.402 76.231 121.301 906 419.840
Overige bedrijfsopbrengsten(1) 412 211 338 - 961
Bedrijfslasten incl afschrijving & amortisatie -153.890 -64.135 -116.290 -12.464 -346.779
Onderliggende lasten incl afschrijving & amortisatie(1) -153.890 -63.975 -114.358 -12.464 -344.687
EBITDA(1) 75.415 15.586 18.824 -8.176 101.649
Onderliggende EBITDA(1)(2) 75.300 15.743 18.579 -8.176 101.446
 
Afschrijving en amortisatie(3) 7.491 3.276 11.546 3.382 25.695
EBIT(4) 67.924 12.307 5.349 -11.558 74.022
Onderliggend EBIT(1)(2) 67.809 12.467 7.033 -11.558 75.751
 
Onderliggende EBITDA / Brutowinst(2) 34,0% 20,7% 15,3%   24,2%
ROACE onderliggende EBITDA(4) 49,1% 18,3% 10,5%   24,3%
ROACE onderliggend EBIT(5)         18,2%
 
(1) Vergelijkend cijfer van 2017 is aangepast in verband met BE DML verkopen verschuiving (NL naar BE).
(2) Onderliggende betekent exclusief incidentele posten (zie noot 27 van de jaarrekening inzake de Alternatieve Prestatie Maatstaven (APM's)).
(3) Exclusief (terugneming) bijzondere waardevermindering.
(4) ROACE betekent onderliggende EBITDA gedeeld door het 12-maands gemiddeld geïnvesteerd vermogen; verwezen wordt naar noot 27 van de toelichting op de jaarrekening.
(5) ROACE betekent onderliggende EBIT gedeeld door het 12-maands gemiddeld geïnvesteerd vermogen.

Change layout to 2 columns

Marktontwikkelingen in het algemeen

De gemiddelde melkprijzen op het continent waren in 2018 lager dan in 2017, alhoewel het vijfjaars-gemiddelde nog steeds op een acceptabel niveau ligt. In het VK lagen de gemiddelde melkprijzen in 2018 ongeveer 2% hoger dan het voorgaande jaar.

De prijzen voor vleesvarkens waren gemiddeld genomen 12% lager dan in 2017. Dit was vooral het geval in België. Daar daalden de varkensprijzen in het vierde kwartaal van 2018 met 20% als een gevolg van de importrestricties door Aziatische landen vanwege de uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij wilde zwijnen. De gemiddelde prijzen voor biggen lagen in de eerste drie kwartalen van 2018 (j-o-j) substantieel lager, maar herstelden zich in het vierde kwartaal toen de vraag groter werd dan het aanbod. Dit kwam doordat er minder biggen werden geboren tijdens de uitzonderlijk warme zomer.

Tot aan het vierde kwartaal van 2018 profiteerden vleeskuikenhouders van gemiddeld genomen licht hogere prijzen voor hun dieren dan in 2017. Dit kwam vooral door een sterkere exportvraag. Aan het einde van 2018 begonnen de prijzen echter te dalen. De prijzen van vleeskuikens en kalkoenen in Polen fluctueerden meer dan in voorgaande jaren, vooral in de tweede helft van 2018. Veel veehouders vulden daarom hun stallen niet onmiddellijk aan met jonge dieren na elke broedcyclus.

De gemiddelde prijzen voor eieren daalden in 2018 vergeleken met de hele hoge prijsniveaus van 2017 toen er een tekort aan eieren was door de fipronil-affaire in enkele Europese landen. 

Change layout to 1 column

Cluster Nederland

In duizenden euro 2018 2017 ∆%
 
Total Feed volume (in tonnen)(1) 4.549.412 4.421.548 2,9%
 
Omzet(1) 1.152.819 1.112.369 3,6%
 
Brutowinst(1) 223.084 221.402 0,8%
Overige bedrijfsopbrengsten(1) 4.905 412 1090,5%
Bedrijfslasten incl afschrijving & amortisatie -158.797 -153.890 3,2%
Onderliggende lasten incl afschrijving & amortisatie(1) -159.366 -153.890 3,6%
EBITDA(1) 76.042 75.415 0,8%
Onderliggende EBITDA(1)(2) 71.531 75.300 -5,0%
 
Afschrijving en amortisatie(3) 7.417 7.491 -1,0%
EBIT(1) 69.192 67.924 1,9%
Onderliggend EBIT(1)(2) 64.114 67.809 -5,4%
 
Onderliggende EBITDA / Brutowinst(2) 32,1% 34,0% -5,6%
ROACE onderliggende EBITDA(4) 50,9% 49,1% 3,7%
 
(1) Vergelijkend cijfer van 2017 is aangepast in verband met BE DML verkopen verschuiving (NL naar BE).
(2) Onderliggende betekent exclusief incidentele posten (zie noot 27 van de jaarrekening inzake de Alternatieve Prestatie Maatstaven (APM's)).
(3) Exclusief (terugneming van) bijzondere waardevermindering
(4) ROACE betekent onderliggende EBITDA gedeeld door het 12-maands gemiddeld geïnvesteerd vermogen; verwezen wordt naar noot 27 van de toelichting op de jaarrekening.

Change layout to 2 columns

Markt- en sectorontwikkelingen

Nederlandse veehouders werden in 2018 geconfronteerd met toenemende sociale druk. Er worden meer maatregelen en wetgeving aan de agrarische sector opgelegd. Die hebben onder meer te maken met het verminderen van de CO2-voetafdruk van de sector. Er waren in 2018 bijvoorbeeld minder melkkoeien dan in 2017, toen de maatregelen werden geïntroduceerd om de fosfaatemissie terug te dringen. Het merendeel van de melkveehouders moest ook investeren in fosfaatrechten en was daarom terughoudend in het kopen van prestatievoeders. Het was nog onzeker of de nieuwe fosfaatwetgeving de melkproductiemogelijkheden zou belemmeren.

In de varkenssector werden maatregelen genomen om de leefomgeving in de zogenoemde veedichte gebieden te verbeteren. Dit hoofdlijnenakkoord, de ‘Warme sanering varkenshouderij’ genoemd, richt zich op beperking van geuroverlast en vermindering van de uitstoot van schadelijke stoffen op varkensbedrijven. De sanering vindt plaats op vrijwillige basis en zal in de komende jaren worden doorgevoerd.
De ontwikkelingen in de pluimveesector waren in 2018 tweeledig. In de nasleep van de fipronil-affaire werd een aantal legpluimveehouders gedurende een deel van 2018 nog steeds belemmerd in de productie van eieren. Hierdoor beëindigde een aantal legpluimveehouders de activiteiten.
Voor vleeskuikenhouders startte het jaar 2018 goed. De prijzen begonnen in het vierde kwartaal echter te dalen.

Resultaten

Het volume Total Feed dat in het cluster Nederland werd afgezet steeg met 2,9% tot 4,5 miljoen ton, bijna geheel door autonome groei. Het netto-effect op het Total Feed volume van de acquisities Maatman en Van Gorp Bio en de verkoop van de akkerbouwactiviteiten was minimaal. Dit kwam doordat het merendeel van de volumes voor de Maatman-klanten al door ForFarmers werd geproduceerd.

Het Total Feed volume nam in de herkauwerssector af, vooral door het kleiner aantal melkkoeien.
In de varkenssector nam het Total Feed volume toe, vooral door de hogere volumes in liquide co-producten als gevolg van de strategische samenwerking met Baks die begin 2018 tot stand kwam.
Er werd ook meer Total Feed afgezet in de pluimveesector, waar de volumegroei aan vleeskuikenhouders enigszins werd gecompenseerd door lagere volumes aan de legpluimveehouders.
Het mengvoervolume nam af, vooral in de herkauwers- en varkenssector.
Reudink, producent van biologisch voer, realiseerde volumegroei in 2018, alhoewel minder sterk dan in voorgaande jaren.

De brutowinst steeg met €1,7 miljoen (0,8%) tot €223,1 miljoen. In het eerste halfjaar steeg de brutowinst onder meer door de positieve impact van het effect van het doorberekenen van de hogere energie- en outbound-kosten, terwijl er in het tweede halfjaar sprake was van een negatieve impact van de volatiliteit in grondstofprijzen en hogere aanvoerkosten. De brutowinst werd verder negatief beïnvloed door lagere mengvoervolumes en positief door hogere bijdragen van strategische partnerschappen en de verbeterde productmix.

De overige bedrijfsopbrengsten kwamen hoger uit dan in 2017, voornamelijk door de bate van €4,5 miljoen uit de verkoop van de akkerbouwactiviteiten in februari 2018.

De bedrijfslasten stegen met 3,2%. Behalve de hogere energie- en outbound-kosten veroorzaakten ook de operationele kosten van de nieuw geopende non-GGO fabriek extra kosten. De lasten werden gecompenseerd door een vrijval uit de voorziening voor dubieuze debiteuren en de eenmalige terugname van de bijzondere waardevermindering van de non-GGO fabriek. De doorbelaste overheadkosten waren €0,5 miljoen lager dan in 2017.

Rekening houdend met het totaal aan incidentele posten van €5,1 miljoen (de bate op de verkoop van de akkerbouwactiviteiten en de terugname van de bijzondere waardevermindering van de fabriek) kwam de onderliggende EBITDA uit op €71,5 miljoen, wat 5,0% lager was dan in 2017.
De verhouding onderliggende EBITDA/brutowinst verslechterde daardoor tot 32,1% (2017: 34,0%).

De ROACE (op onderliggende EBITDA basis) steeg tot 51,0% in 2018 (2017: 49,1%). Het geïnvesteerd vermogen was lager door de reductie van werkkapitaal die hoger was dan de toename in materiele vaste activa. Het werkkapitaal daalde vanwege hogere handelsschulden. 

Change layout to 1 column

Cluster Duitsland/ België/ Polen

In duizenden euro 2018 2017 ∆%
 
Total Feed volume (in tonnen)(1) 2.568.790 2.228.171 15,3%
 
Omzet(1) 665.256 551.285 20,7%
 
Brutowinst(1) 92.163 76.231 20,9%
Overige bedrijfsopbrengsten(1) 59 211 -72,0%
Bedrijfslasten incl afschrijving & amortisatie -78.388 -64.135 22,2%
Onderliggende lasten incl afschrijving & amortisatie(1) -78.388 -63.975 22,5%
EBITDA(1) 20.043 15.586 28,6%
Onderliggende EBITDA(1)(2) 20.043 15.743 27,3%
 
Afschrijving en amortisatie 6.209 3.276 89,5%
EBIT(1) 13.834 12.307 12,4%
Onderliggend EBIT(1)(2) 13.834 12.467 11,0%
 
Onderliggende EBITDA / Brutowinst(2) 21,7% 20,7% 4,8%
ROACE onderliggende EBITDA(3) 15,6% 18,3% -14,7%
 
(1) Vergelijkend cijfer van 2017 is aangepast in verband met BE DML verkopen verschuiving (NL naar BE).
(2) Onderliggende betekent exclusief incidentele posten (zie noot 27 van de jaarrekening inzake de Alternatieve Prestatie Maatstaven (APM's)).
(3) ROACE betekent onderliggende EBITDA gedeeld door het 12-maands gemiddeld geïnvesteerd vermogen; verwezen wordt naar noot 27 van de toelichting op de jaarrekening.

Change layout to 2 columns

Markt- en sectorontwikkelingen

In Duitsland is er sprake van een opmerkelijke toename in de publieke belangstelling voor milieubeschermende maatregelen en dierenwelzijn. Dit brengt extra kosten met zich mee voor veehouders (in alle sectoren). De consumentenvraag naar niet genetisch gemodificeerde (non-GGO) producten, en daardoor naar non-GGO voeders, blijft stijgen in Duitsland.

Het vaststellen van Afrikaanse varkenspest bij wilde zwijnen in België zette de varkensprijzen onder druk en is zorgelijk voor de varkenssector. Er is daarnaast ook in België een groeiende consumentenaandacht voor zowel de kwaliteit als de herkomst van voedingsstoffen en daarmee ook voor het terugdringen van antibiotica in voeders. ForFarmers adviseert veehouders op dit gebied.
Net als in Duitsland neemt de discussie over het gebruik van genetisch gemodificeerde soja ook in Polen toe. Bovendien zet de Poolse regering meer druk op voerproducenten om lokale grondstoffen in te kopen.
De Poolse pluimveesector toonde wederom groei, met meer export naar West-Europese landen. Daarnaast heeft een aantal internationale en Poolse verwerkers (slachthuizen) de capaciteit in Polen onlangs verhoogd.

 

Resultaten

Het volume Total Feed dat in het cluster Duitsland/België/Polen werd afgezet steeg met 15,3% (tot 2,6 miljoen ton), waarvan het merendeel toe te schrijven was aan de acquisitie van Tasomix en Voeders Algoet. De autonome Total Feed volumegroei werd gedreven door hogere afzet van DML-producten.

Procentueel nam het totale mengvoervolume meer toe dan het totale Total Feed volume, vooral door de overnames. De autonome groei van het mengvoervolume was procentueel lager dan van de autonome volumegroei in Total Feed.

De Total Feed volumegroei aan veehouders met herkauwers kwam vooral door het bereiken van een groter marktaandeel in de melkveesector, enigszins gecompenseerd door een daling van de afzet in de rundveesector in België.
Er werd ook meer volume afgezet aan varkenshouders, vooral in Duitsland. Deze toename werd ondersteund door contracten met meerdere inkoopgroepen, ondanks de structurele verkleining van de varkensstapel en de nieuwe fosfaatmaatregelen.

De Total Feed volumegroei in de pluimveesector is vooral toe te schrijven aan Tasomix. Daarnaast slaagde ForFarmers er in nieuwe klanten aan te trekken in de vleeskuiken- en de legsector in België en Duitsland.

De brutowinst steeg met €15,9 miljoen (+20,9%). Dit kwam door de acquisities, de autonome volumegroei en een betere productmix met meer specialiteiten, en ondanks de hogere aanvoerkosten als gevolg van de lage waterstanden in Duitsland. De brutowinst van Tasomix werd negatief beïnvloed doordat de plotselinge stijging van de grondstofprijzen niet aan klanten kon worden doorberekend.

De totale bedrijfslasten namen toe met €14,3 miljoen (+22,2%). Tasomix en Voeders Algoet werden respectievelijk in het derde en vierde kwartaal van 2018 overgenomen. Dit is de belangrijkste reden voor de gestegen bedrijfslasten. Daarnaast stegen de productie- en outbound-kosten als gevolg van hogere volumes. In de hogere bedrijfslasten zijn ook de operationele kosten inbegrepen van de nieuwe fabriek in Pionki, Polen, die in de tweede helft van het jaar werd geopend. Nadat er in 2017 nog sprake was van een vrijval uit de voorzieningen voor dubieuze debiteuren, was er in 2018 geen sprake van een vrijval of toevoeging. De investeringen in versterking van de organisatie (vooral de verkoopafdelingen) werden slechts ten dele gecompenseerd door operationele besparingen.
De doorbelasting van overheadkosten was €1,3 miljoen hoger dan in 2017.

De onderliggende EBITDA steeg met €4,3 miljoen tot €20,0 miljoen (+27,3%). Er waren geen incidentele posten begrepen in de EBITDA. De EBITDA-groei was vooral het gevolg van de acquisities en een gezonde autonome verbetering.

De verhouding onderliggende EBITDA/brutowinst verbeterde tot 21,7% (2017: 20,7%).

De ROACE (op onderliggende EBITDA basis) verslechterde van 18,3% in 2017 tot 15,6% in 2018 vanwege de impact van de overnames. De nieuwe fabriek van Tasomix in Pionki werd in de tweede helft van 2018 geopend en de benutting van de capaciteit is derhalve beperkt. Dit had een negatieve invloed op de ROACE ratio. De benutting van de capaciteit is, volgens planning, iedere maand toegenomen. Daarnaast steeg het werkkapitaal in Duitsland door hogere voorraden tegen hogere inkoopprijzen.

 

Change layout to 1 column

Cluster het Verenigd Koninkrijk

In duizenden euro 2018 2017 ∆%
 
Total Feed volume (in tonnen) 2.902.796 2.906.659 -0,1%
 
Omzet 662.231 622.398 6,4%
 
Brutowinst 127.478 121.301 5,1%
Overige bedrijfsopbrengsten 443 338 31,1%
Bedrijfslasten incl afschrijving & amortisatie -120.292 -116.290 3,4%
Onderliggende lasten incl afschrijving & amortisatie(1) -119.239 -114.358 4,3%
EBITDA 19.843 18.824 5,4%
Onderliggende EBITDA(1) 20.486 18.579 10,3%
 
Afschrijving en amortisatie(2) 12.214 11.546 5,8%
EBIT 7.629 5.349 42,6%
Onderliggend EBIT(1) 8.272 7.033 17,6%
 
Onderliggende EBITDA / Brutowinst(1) 16,1% 15,3% 5,2%
ROACE onderliggende EBITDA(3) 12,6% 10,5% 19,5%
 
(1) Onderliggende betekent exclusief incidentele posten (zie noot 27 van de jaarrekening inzake de Alternatieve Prestatie Maatstaven (APM's)).
(2) Exclusief (terugneming van) bijzondere waardevermindering
(3) ROACE betekent onderliggende EBITDA gedeeld door het 12-maands gemiddeld geïnvesteerd vermogen; verwezen wordt naar noot 27 van de toelichting op de jaarrekening.

Change layout to 2 columns

Markt- en sectorontwikkelingen

Stijgende melkprijzen en weersomstandigheden – een koude lente en een warme droge zomer – leidden in het VK tot een hogere vraag naar mengvoer en enkelvoudige producten in de herkauwerssector. Ondanks de potentiële groeimogelijkheden voor varkenshouders om door een toename van de varkensstapel de zelfvoorzieningsgraad in het VK te verbeteren, bleef de varkenssector stabiel. Dit kwam doordat de import van varkensvlees van het continent aantrekkelijk geprijsd was, en door de onzekerheid rond Brexit. De consolidatie van grotere afnemers in dit segment bleef aanhouden en had een impact op de marktdynamiek.
De consumentenvraag naar pluimveeproducten groeit, wat resulteert in groei in deze sector.

Resultaten

Het Total Feed volume in het VK bleef nagenoeg stabiel (-0,1%) op 2,9 miljoen ton. Dit was inclusief een netto-effect van een kleine acquisitie in mei 2017 en een kleine autonome daling. Het Total Feed volume in het VK daalde in de eerste zes maanden van 2018 (-1,8% j-o-j) maar nam toe met 1,6% (j-o-j) in de tweede helft van het jaar. 

Het mengvoervolume steeg, gedreven door een hogere vraag vooral door melkvee-, rundvee- en schapenhouders. Dit was het gevolg van de droge zomer en het daaruit voortvloeiende tekort aan ruwvoer van het eigen erf. 
De volumes in de varkenssector namen af door de focus op het bereiken van betere marges bij de grotere producenten. DML volumes daalden door het staken van sommige verlieslatende activiteiten. 
Er werd meer Total Feed volume afgezet in de pluimveesector door de succesvolle introductie van het nieuwe Apollo programma.
 
De brutowinst nam toe met €6,2 miljoen (5,1%). De stijging was deels toe te schrijven aan een verbeterde productmix met meer mengvoer producten en een hogere bijdrage van strategische partners. De brutowinststijging was daarnaast het gevolg van de vernieuwde productpropositie aan grotere varkensklanten.
 
De bedrijfslasten stegen met €4,0 miljoen (3,4%). Naast hogere energie- en dieselkosten namen ook de outbound-kosten toe doordat er nieuwe chauffeurs werden getraind. Er werden extra kosten gemaakt om de leveringsbetrouwbaarheid aan klanten te verbeteren. Deze ligt nu op een hoog niveau. De toename van de bedrijfslasten omvatte ook een incidenteel nettobedrag van €1,1 miljoen voor reorganisatiekosten en voor het gelijkstellen van pensioenverplichtingen voor mannen en vrouwen na een uitspraak van het Britse hof. De doorberekende overheadkosten van de groep waren €0,5 miljoen hoger dan in 2017 en werden meer dan gecompenseerd door lagere lokale overheadkosten.

Afschrijvings- en amortisatiekosten waren €0,7 miljoen hoger dan in 2017 (exclusief de incidentele afschrijving van €1,9 miljoen in 2017 met betrekking tot een van de fabrieken), wat vooral kwam door de overstap van het leasen van bulkwagens naar bulkwagens in eigen beheer en doordat de afschrijvingslasten van de fabriek in Exeter nu een heel jaar betrof (en geen deel van het jaar).

De onderliggende EBITDA nam met 10,3% toe tot €20,5 miljoen. De verhouding onderliggende EBITDA/brutowinst steeg tot 16,1% tegen 15,3% in 2017.
 
De ROACE (op onderliggende EBITDA basis) steeg tot 12,6% in 2018 (2017: 10,5%) vanwege de hogere EBITDA en ondanks een toename in het gemiddeld geïnvesteerd vermogen. Het geïnvesteerd vermogen steeg door de toename in materiele vaste activa, welke groter was dan de verbetering in het werkkapitaal. 

Voortgang van het VK business transformatieproject

De samenvoeging van de verkoopteams voor de herkauwerssector om een commerciële organisatie te vormen is voltooid en er wordt gewerkt aan een duidelijke marktpropositie. Bovendien werden twee teams samengevoegd tot een Total Feed supportafdeling. Het terugdringen van de supply chain-kosten werd vertraagd doordat het nodig was eerst de leveringsbetrouwbaarheid aan klanten te verbeteren. Er zijn ook stappen gemaakt in het renoveren van een aantal fabrieken en het efficiënter maken van de productie-voetafdruk.

Change layout to 1 column

Centrale en ondersteunende diensten

In duizenden euro 2018 2017 ∆%
 
Brutowinst 683 906 -24,6%
Overige bedrijfsopbrengsten 1 -  
Bedrijfslasten incl afschrijving & amortisatie -15.407 -12.464 23,6%
Onderliggende lasten incl afschrijving & amortisatie(1) -15.407 -12.464 23,6%
EBITDA -12.008 -8.176 46,9%
Onderliggende EBITDA(1) -12.008 -8.176 46,9%
 
Afschrijving en amortisatie(2) 2.715 3.382 -19,7%
EBIT -14.723 -11.558 27,4%
Onderliggend EBIT(1) -14.723 -11.558 27,4%
 
(1) Onderliggende betekent exclusief incidentele posten (zie noot 27 van de jaarrekening inzake de Alternatieve Prestatie Maatstaven (APM's)).
(2) Exclusief (terugneming van) bijzondere waardevermindering

Change layout to 2 columns

De centrale bedrijfslasten (na allocatie van de overheadkosten aan de operationele clusters) stegen in 2018 met €2,9 miljoen. De totale doorbelaste overheadkosten waren €1,3 miljoen hoger dan in 2017. De kosten voor centrale en ondersteunende diensten, voor doorbelasting van de overheadkosten en exclusief de stijging van de acquisitiekosten (€2,3 miljoen), namen met €1,9 miljoen toe. Dit was vooral het gevolg van verdere verbetering van de IT- afdeling om de groei van de business te faciliteren en van extra kosten gerelateerd aan nutritie-innovatie activiteiten.

Dividendvoorstel

ForFarmers streeft ernaar om een dividend uit te keren, rekening houdend met lange-termijn waardecreatie en een gezonde financiële structuur voor het uitvoeren van haar strategie. Het dividendbeleid van ForFarmers is gericht op het uitkeren van een dividend van tussen de 40% en 50% van de onderliggende winst na belastingg. In 2018 bedroeg de onderliggende nettowinst €57,6 miljoen. Op basis van de gezonde financiële positie van de Onderneming wordt een uitkeringspercentage van 50% voorgesteld, hetgeen neerkomt op een dividend van €0,283 per gewoon aandeel (op basis van 100,2 miljoen gewone aandelen in omloop) en een speciaal dividend van €0,017 per gewoon aandeel dat overeenkomt met 50% van de netto-bate op de verkoop van de akkerbouw activiteiten in Nederland. Het totale dividend per gewoon aandeel komt daarmee op €0,30 (2017: €0,30). Op 26 april 2019 wordt de jaarrekening ter vaststelling voorgelegd aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Het dividend wordt op 9 mei 2019 betaalbaar gesteld.

Vooruitzichten 2019

Ontwikkelingen in de markt

De wereldwijde vraag naar dierlijke eiwitten blijft toenemen onder invloed van de groeiende wereldbevolking en toenemende welvaart. De totale consumptie van dierlijke eiwitten blijft nagenoeg stabiel in Europa, waar de sociale druk op de agrarische sector toeneemt. Door de extra investeringen die veehouders moeten doen om aan alle wet- en regelgeving te voldoen is er sprake van consolidatie van boerenbedrijven. Hierdoor veranderen klantbehoeften en –vragen. Terwijl de belangstelling voor alternatieve eiwitbronnen merkbaar toeneemt, laten onderzoeken zien dat de gemiddelde consumptie per persoon van dierlijke eiwitten niet is gedaald in Europa.

De lange-termijn mondiale vooruitzichten voor de herkauwerssector blijven positief. De binnenlandse Europese consumptie is aan het stabiliseren en daarom moet het productievolume meer worden gericht op de export. Consumenten in Europa krijgen meer belangstelling voor de kwaliteit en herkomst van voeding, voor biologische voeding en - in sommige landen – voor niet genetisch gemodificeerde voedingsmiddelen. Mede daarom heeft ForFarmers in Nederland een fabriek heropend waar alleen non-GGO voeders worden geproduceerd. De verwachting is dat de melkveestapel weer zal toenemen in de eerste helft van 2019 omdat de melkveehouders meer inzicht hebben in de impact van de fosfaatwetgeving op hun melkproductievolumes.

De mondiale vraag naar varkensvlees neemt nog steeds toe, maar in Europa neemt de consumptie van varkensvlees langzaam af. In Nederland en Duitsland is er sprake van een krimpende varkensstapel. Er is echter een toenemende belangstelling in Europa voor lokaal geproduceerde concepten met specifieke claims als diervriendelijkheid. Dit leidt tot het ontstaan van meer virtuele integraties (ketensamenwerkingen) om daarmee kwaliteit te kunnen garanderen en transparant te kunnen zijn over herkomst. Dit is nog wel in de opstartfase. De export van Europees varkensvlees naar China zou positief beïnvloed kunnen worden door de mondiale spanningen op het gebeid van importtarieven. De varkensstapel in China is kleiner aan het worden door de uitbraak van Afrikaanse varkenspest, wat eveneens kan leiden tot extra exportmogelijkheden voor West-Europese veehouders. Deze dierziekte, die geen gezondheidsrisico vormt voor mensen, is ook vastgesteld in Oost-Europa en recent ook bij wilde zwijnen in België. Dit is zorgelijk voor de Europese varkenssector.

Consumenten kiezen steeds vaker voor kippenvlees en eieren als een prijsvriendelijk alternatief voor andere eiwitbronnen. In Noordwest-Europa neemt de lokale vraag naar dierenwelzijnsconcepten (b.v. vrije uitloop en biologisch) toe. Daarnaast blijft de conventionele productie voor de export groeien. 
In de komende jaren komt er meer slachtcapaciteit bij in Polen. Naar verwachting zal dit leiden tot een toenemende vraag naar mengvoer. ForFarmers heeft met de nieuwe fabriek in Pionki capaciteit om aan groeiende vraag te voldoen.

Brexit

De mogelijke uitkomst van de Brexit-onderhandelingen blijft onzeker. ForFarmers verwacht dat varkenshouders in het VK op termijn hun varkensstapel zullen uitbreiden, zodra de onzekerheden rond Brexit zijn verdwenen. Er is een groeimogelijkheid omdat het VK niet zelfvoorzienend is in het aanbod van varkensvlees.

Operationele en financiële vooruitzichten

ForFarmers zal zich in 2019 richten op het integreren van de vier acquisities uit 2018 om synergiën te realiseren. Bovendien zal er aandacht worden geschonken aan het verder commercieel benutten van de capaciteit van de nieuwe fabriek in Pionki in Polen.

De onderliggende EBITDA over het eerste halfjaar 2019 zal naar verwachting sterk lager uitkomen dan die van het eerste halfjaar 2018, als gevolg van huidige inkoopposities in combinatie met de focus op het handhaven van marktaandeel. 

Efficiencyplannen 2019 – 2020

ForFarmers streeft er naar volumes en brutowinst harder te laten stijgen dan kosten. Gezien het bovenstaande, neemt ForFarmers zich voor €10 miljoen kosten te hebben bespaard in 2021 (ten opzichte van het kostenniveau van 2018), door optimalisatie van de fabriekslocaties van de groep en andere efficiency projecten in verschillende onderdelen van de organisatie. De bestaande supply chain optimalisatieplannen in het Verenigd Koninkrijk, zoals onder meer de recent aangekondigde sluiting van de fabriek in Blandford, maken hier onderdeel van uit. De efficiencyplannen betreffen alle landen exclusief Polen en betekenen dat het aantal fte’s in de komende twee jaar zal worden teruggebracht met 125-150 (circa 5-6% van het aantal fte’s) door natuurlijk verloop en ontslagen. Deze plannen zullen leiden tot incidentele lasten.

(Kapitaals-)investeringen

ForFarmers blijft investeren in One ForFarmers initiatieven, zoals systemen en procesoptimalisatie. De Onderneming verwacht in 2019 ongeveer €50 miljoen te investeren (2018: €45 miljoen).
De focus op het verder optimaliseren van het werkkapitaal wordt voortgezet. Ook blijft ForFarmers streven naar acquisities, zowel in de bestaande vijf landen als in nieuwe landen in Europa en aangrenzende regio's (Europa +).

Impact nieuwe IFRS 16 standaard

De impact van de toepassing van de nieuwe accounting standaard IFRS 16, per 1 januari 2019, zal naar verwachting resulteren in een stijging van de EBITDA met ongeveer €5,0 miljoen, een nagenoeg gelijkblijvende EBIT en een daling van de winst voor belasting met ongeveer €0,5 miljoen. De totale activa zullen per die datum stijgen met ongeveer €25,0 miljoen. 

Inkoopprogramma eigen aandelen

ForFarmers genereert een substantiële kasstroom en beschikt daarnaast over additionele financiële ruimte door de bestaande financieringsovereenkomst. ForFarmers wil flexibel zijn om relevante overnames te kunnen blijven doen in de komende jaren, maar streeft er ook naar om de balans efficiënter te maken. In verband hiermee heeft ForFarmers het voornemen om een deel van haar financiële positie beschikbaar te stellen aan aandeelhouders door middel van een inkoopprogramma van eigen aandelen. Het voorstel is een gelimiteerd aandelen-inkoopprogramma te starten van €30 miljoen. Hiervoor zal aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders autorisatie worden gevraagd naast het jaarlijks verzochte inkoop-mandaat voor de medewerkersparticipatieplannen. Het inkoopprogramma begint na de publicatie van de Q1 2019 trading update en eindigt uiterlijk in oktober 2020.

Guidance

ForFarmers herhaalt haar verwachting voor de middellange termijn van een gemiddelde jaarlijkse stijging van de onderliggende EBITDA in de mid-single digits, bij gelijkblijvende wisselkoersen, exclusief de impact van significante overnames en onvoorziene omstandigheden voorbehouden.

Gebeurtenissen na balansdatum

In februari 2019 kondigde ForFarmers UK aan de vestiging in Blandford te gaan sluiten. Het plan is om de productie van conventioneel voer te verhuizen naar de nieuwe fabriek in Exeter en de productie van biologische voer naar Portbury. De beoogde sluiting in Blandford heeft gevolgen voor circa 30 medewerkers.

De Raad van Commissarissen heeft op 12 maart 2019 besloten om aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 26 april 2019 voor te stellen om Adrie van der Ven voor te dragen voor benoeming tot lid van de Raad van Bestuur van ForFarmers N.V.


aResultaten van 2018 worden vergeleken met die van 2017
2mT betekent miljoen ton
cOutbound-kosten behelzen zowel ForFarmers’ eigen transportkosten als die van derde partijen
dTotal Feed’ behelst de volledige productportefeuille van ForFarmers en bestaat uit mengvoer, specialiteiten, co-producten (zoals DML producten), zaaigoed en overige producten (zoals ruwvoer)
eNon-GGO betekent niet-genetisch gemodificeerde organismen
fDit was het investeringsniveau voor de acquisities die vanaf 2016 zijn gedaan
gOnderliggende winst na belasting betekent de winst toe te rekenen aan aandeelhouders van de Vennootschap exclusief incidentele posten. ForFarmers beschouwt dit als een van haar APMs, zie noot 27 van de jaarrekening.